Ik gaf het laatst al even aan in een andere post. Motorrijden in de bergen is andere koek dan een rondje tuffen door de Hollandse polder. Een supersonische rotonde, een haakse bocht richting een industrieterrein, of een dijkweg met wat met klei is daar het grootste spektakel dat je kan krijgen. Tenzij je met een verlengde achterbrug aan drag racing doet natuurlijk. Iedereen zijn of haar ding, maar dit gaat over sturen.
Motorrijden de berg op
Omhoog is een stuk makkelijker bij het motorrijden in de bergen. Je remt veel op de motor en je rijdt vaak automatisch ’trekkend’ door de bochten. Geen gas betekent namelijk stilstaan en misschien wel omvallen. In de haarspelden is het wel verstandig om de achterrem ‘slepend’ aan te houden voor meer controle. Aanremmen, indien nodig, kan gewoon met beide remmen.
Als je stilvalt terwijl je omhoog gaat knijp dan niet je koppeling in! Je motor wil dan meteen achteruit rollen en in de meeste gevallen wil je dit voorkomen. Laat de koppeling dus even voor wat het is totdat je hebt uitgevonden wat je met de situatie moet. Toch iets terug laten rollen, of rem in en de motor weer starten. Even stoppen doe je met de achterrem in. Weet je meteen waarom die hellingproef was tijdens je examen.
Motorrijden de bergen af
Dit is een stuk lastiger bij motorrijden in de bergen. Geef je gas dan ga je al gauw te hard en de achterrem gebruiken laat het achterwiel snel blokkeren waarna het meteen zin heeft om je voorwiel in te halen. Dat is niet fijn. Je hebt immers veel meer druk op je voorkant. Rem dus vooral met de voorrem en op de motor. Gebruik de compressie van het blok.
Als je de berg af stilvalt is er meestal minder aan de hand. Met de voorrem in houd je de motor op zijn plek en als je van plan bent de motor met een rollende start aan te zetten knijp je de koppeling in en zet je de motor in zijn tweede versnelling. Met een sprong op de buddy laat je de koppeling weer schieten. Dit gaat moeilijker op een tweecilinder natuurlijk. Je weet vast het wel of dit trucje werkt bij jouw motor.
Bereid je voor op ellendig weer
Bovenaan de top kan het flink kouder zijn dan het dal. Houd dus rekening met misschien wel een extra laagje kleding bij vertrek. Een regenjas is ook niet verkeerd. Het weer kan flink omslaan en dan wil je niet rillend en doorweekt aan de afdaling beginnen. Zoals bij iedereen wel bekend: Het kan spoken in de bergen!
Doordat het koud kan zijn bovenaan bij ‘de wijze van de top’ kan het ook zomaar op sommige plekken glad zijn. Goed blijven kijken voor natte plekken, of glinsteringen op de weg.
Let op. Hoe hoger je komt hoe beroerder je blok loopt. De lucht is namelijk ijl waardoor de motor minder zuurstof krijgt. De motoren met injectie vangen dit wel redelijk op zodat het blok niet gaan sputteren, maar het vermogen neemt behoorlijk af. Heb je nog een carburateur? Dan kan je wat meer last krijgen.
Binnenkort meer tips voor het genieten op twee wielen met een motorblok in de bergen!